Citaat van Professor Frank Thevissen, geïnterviewd door Frans De Smet in Het Nieuwsblad, 21 januari 2007:
"In de Verenigde Staten is het belang van internetpeilingen al lang bewezen. Het grote voordeel van mijn aanpak is dat ik ook verklaringen aanreik voor de verschuivingen in de kiesintenties. Maar toen de degelijkheid van mijn methode bleek, werd ik kennelijk een probeem voor de VLD-top. (...) Tal van mensen uit het VLD-bestuur vertellen mij dat er op het VLD-hoofdkwartier week na week geklaagd wordt over mijn tegenvallende peilingen. VLD-spindoctor Noël Slangen en minister Karel De Gucht kregen bij herhaling een tribune om mij onderuit te halen in De Morgen. Journalisten van die krant gingen ook voluit in de aanval tegen mij, zonder dat ze zich ooit verwaardigden om naar een presentatie over mijn methode te komen luisteren. (...) Ik ben de aanhoudende aanvallen en intimidaties moe. "
Inderdaad, de Stemmenkampioen is niet meer. En de achtergrond is niet erg fraai...
Han Renard schreef even later in Knack:
"Stemmenkampioen' wordt afgeschaft
'De Stemmenkampioen' van Het Laatste Nieuws, de meest omstreden opiniepeiling in Vlaanderen, wordt opgedoekt. Zo vernam de redactie van Knack uit goeie bron.
Op het internet gonsde het de voorbije weken van de geruchten. Wat was er aan de hand bij de Stemmenkampioen?
Pro memorie: de Stemmenkampioen, een project van drie professoren van de VUB, is een panel van 14.000 deelnemers dat wekelijks werd bevraagd over een kwestie die op dat moment in de aandacht staat. Maandelijks werd er ook gepeild naar stemintenties.
In het begin werd de Stemmenkampioen vooral gebruikt om veranderingen qua partijvoorkeur én de achterliggende motivaties daarvoor in kaart te brengen. Sinds de vrij accurate peiling aan de vooravond van de regionale verkiezingen van 2004 (een toevalstreffer, zeggen de critici) worden de antwoorden van het panel echter maandelijks tot een klassieke opiniepeiling verwerkt, waardoor de Stemmenkampioen op methodologisch vlak zwaar onder vuur is komen te liggen.
Kenmerkend voor de Stemmenkampioen waren - tot voor kort in elk geval - de ronduit belabberde scores van de VLD, zeker vergeleken met de opvallend gunstige ramingen voor het Vlaams Belang. Het was dan ook geen geheim dat de top van de VLD niet bepaald geporteerd was voor de makers van de Stemmenkampioen.
Vlak na de gemeenteraadsverkiezingen van 2006, waar de Stemmenkampioen zware steken had laten vallen, werd via de krant De Morgen de aanval ingezet. Politieke journalisten stelden hardop vragen bij de academische merites van 'de zogenaamde professor Thevissen', commentaarschrijvers spraken van 'charlatanerie', en VLD-strateeg Noël Slangen - volgens sommigen het brein achter de gecoördineerde lynchpartij - vergeleek de Stemmenkampioen in de krant met het lezen van ingewanden van vissen. Minister van Buitenlandse Zaken Karel De Gucht (VLD) schreef dan weer een lange opiniebijdrage over het verband tussen peilingen en populisme.
Half januari 2007 zette professor Frank Thevissen, de geestelijke vader van de Stemmenkampioen, een stap terug, en liet hij het project over aan zijn VUB-collega's Jef Vuchelen en Herman Matthijs. Hij wilde naar eigen zeggen het veld ruimen voor de aanhoudende kritiek op zijn persoon de Stemmenkampioen mee de das zou omdoen. In Doorbraak, het tijdschrift van de Vlaamse Volksbeweging, zou Thevissen later van een karaktermoord spreken.
Eind januari verscheen dan de eerste peiling na de controverse. Daarin leed het VB zwaar verlies (min 6,3 procent). VLD (plus 3 procent) en CD&V/N-VA (plus 2,7 procent) stonden dan weer beiden op winst - tenminste: in vergelijking met de resultaten van de laatste peiling van de Stemmenkampioen in december 2006.
Dat rekensommetje maken, vergt echter enig zoekwerk want de krant plaatste naast de resultaten van januari 2007 alleen de verkiezingsuitslag van 2003. Vergelijken met de gegevens van december 2006 was volgens de krant zinloos: 'Als gevolg van de opeenvolgende wisselingen is een vergelijking met de resultaten van de decemberpeilingen onmogelijk.'
Vreemd. De laatste decemberpeiling van de Stemmenkampioen werd gehouden nadat Dedecker de N-VA opnieuw had verlaten, en het kartel CD&V-N-VA opnieuw hersteld was. Waarom zou je daarmee niet kunnen vergelijken?
Een verklaring voor het spectaculaire verlies van het VB, met 21 procent het slechtste resultaat ooit in de Stemmenkampioen, werd evenmin gegeven en is ook moeilijk te vinden. De peiling werd namelijk gehouden vóór het trammelant bij het VB over de mogelijke komst van Jean-Marie Dedecker. 'Er is geen touw aan vast te knopen', schrijft een blogger. 'Is het toeval dat de VLD zich herstelt net na het vertrek van Thevissen?'
Zoals gezegd: het gonsde op het internet van de geruchten. Sommigen schreven de grote verschuivingen in de Stemmenkampioen toe aan een nieuwe berekeningswijze, anderen zagen daarin juist de hand van de liberalen, maar dát er met de cijfers van januari iets niet pluis was, leed geen twijfel.
De geruchtenstroom werd extra gevoed door het feit dat vorige week voor het eerst geen zogeheten 'weekvraag' was rondgestuurd naar de duizenden vaste deelnemers van de Stemmenkampioen, zonder dat daarvoor een echte reden werd opgegeven. 'Is de Stemmenkampioen dood?' vroeg een panellid zich af.
Ja allicht. Deze week zouden normaal de resultaten voor de maand februari verschijnen, waarin voor het eerst ook naar de electorale slagkracht van de lijst-Dedecker is gepeild. Knack vernam echter uit goede bron dat Het Laatste Nieuws, bevreesd voor nóg meer controverse, besloten heeft de Stemmenkampioen een stille dood te laten sterven."
Noot van Yves Panneels: "Het geheel doet me denken aan het einde van de Middeleeuwen. Humanisten met open geest, die zich baseerden op wetenschappelijke gegevens werden uit de Kerk gebannen of, nog erger, tot de brandstapel veroordeeld. Ik heb de indruk dat hier een nieuw soort inquisitie is gestart. Galileo Galilei moest ook inbinden, maar... haalde uiteindelijk zijn gelijk. Slangen mag dan nog met de hulp van een aantal vooraanstaanden uit de media de lynchcampagne op de Stemmenkampioen hebben ingezet. Gauw zal blijken dat zij de realiteit niet kunnen "spinnen" of "twisten". Reputatie wint het altijd van imago. Als ze dat nog niet begrepen hebben, kunnen ze binnenkort retraite nemen. Intussen hebben nieuwe peilingen, die minder precies zijn dan de Stemmenkampioen, het zelfvertrouwen van de spinadepten opnieuw een felle slag toegebracht. En de zwaarste moet nog komen... op 10 juni. Hoe diep zakken ze? Hoe zal de directie van de "voetbalploeg" reageren wanneer ze degraderen naar tweede nationale? Wait and see... communicatietechnisch wordt het een zeer interessante tijd. Open VLD zit niet in een leeuwenkuil. Neen, het is een Slangenkuil en de top heeft het zelfs niet in de gaten. Nu ja, wat baten kaars en bril als men geen goed onderbouwde, wetenschappelijke rapporten lezen wil?
Showing posts with label Noel Slangen. Show all posts
Showing posts with label Noel Slangen. Show all posts
Saturday, 31 March 2007
De neergang van Open VLD: een schoolvoorbeeld van reputatieverloedering
Het falen van Slangen's gespin
Dat Open VLD zo diep wegzakt in de verkiezingspeilingen, is geen verrassing voor communicatiedeskundigen die vertrouwd zijn met reputatiemanagement. Meer nog, indien men in de Melsensstraat niet oplet, heeft men het diepste punt nog niet bereikt. Op dit ogenblik is de top van Open VLD bezig met een PR-operatie die evenwel niet veel meer om het lijf heeft dan wat window-dressing. Imagebuilding is niet hetzelfde als een reputatie (opnieuw) opbouwen. Van logomerk en huisstijl kan men van de ene dag op de andere veranderen. Dat is geen punt. Ook in het bedrijfsleven hebben we de voorbije jaren tal van imagocampagnes gezien. Denk maar aan de naamswijzigingen binnen de bank- en verzekeringsector. Maar iedereen weet dat een naams- of logowijziging daarom niet leidt tot een wijziging inzake reputatieniveau. Vergelijk imago met een laagje vernis. Onder die laag vernis zit de echte inhoud, reputatie genaamd. Er zijn voorbeelden legio van organisaties en bedrijven met oubollige of afgrijselijke logo's die toch een goede reputatie genieten en omgekeerd, ondernemingen met gepolijste merken, maar waaronder niets anders dan reputatiemiserie schuilgaat.
In de politiek is dat niet anders. Technisch bekeken, scoren 3 Vlaamse partijen op dit ogenblik vrij goed qua reputatiemanagement: CDenV (abstractie makend van diens coalitiepartner), Vlaams Belang en de Lijst De Decker. Misschien worden sommige van deze partijen goed geadviseerd, misschien is het het resultaat van het volgen van een buikgevoel. Dat laten we even in het midden. De SP.A, Spirit en NVA doen niet veel verkeerd, maar kunnen beter. Wie de voorbije 4 jaar benedenmaats presteerde op reputatievlak, is de VLD. Sommige liberale coryfeeën hebben de afgelopen jaren, net als een paar socialistische jeunes premier,s flinke uitschuivers gemaakt. Het ging ogenschijnlijk om faits divers, maar onderzoek leert dat sommige van die reputatieblunders blijven nazinderen in de geest van de publieke opinie. Daar komt nog bij dat liberale lokale mandatarissen zich in de steek gelaten voelen door hun ideologische medestanders uit de federale regering en de partijvoorzitter. De financiële consequenties van de politiehervorming en het niet nakomen van de gedane beloften inzake de splitsing van het arrondissement BHV, hebben letsels nagelaten, een congres met betrekking tot de rol van de lokale besturen ten spijt. Op het maandagse partijbestuur werden echo's dienaangaande waarschijnlijk met te weinig sérieux behandeld en geëvalueerd. De doelstellingen van de top primeerden, met het kwalijke gevolg voor hun reputatie, zelfs binnen de eigen partij.
Daar kan een goed geöliede verkiezingscampagne georchesteerd door meesterstrateeg Slangen op enkele maanden van de verkiezingen niets meer aan verhelpen. Het kalf is reputatiegewijs verdonken. Ettelijke wetenschappelijke studies tonen aan dat verkiezingscampagnes enkele maanden voor de stembusgang geen of slechts in zeer beperkte mate invloed hebben op de verkiezingsuitslag. Consumenten, burgers, kiezers beoordelen de woorden en daden van ondernemingen, overheden en politici volgens een zeer eenvoudige lakmoestest: "doen ze wel wat ze zeggen?". Indien men in de straat vaststelt dat dit niet het geval is, dan valt een onverbiddelijk verdict en gaat de waarde van een reputatie naar beneden. Karakteristiek aan reputaties is dat het heel lang duurt om ze op te bouwen, maar dat het zeer snel kan gaan om ze kwijt te spelen. Het grootste probleem is evenwel het volgende: van een reputatie heb je er maar één. Spare parts bestaan er niet. Deze vaststelling komt hard aan bij marketeers en spindoctors die geen rekening houden met de reputatiecomponent, want het toont ook onmiddellijk hun grote zwakte. Met een nieuw logo en dito huisstijl redt men het niet. En zeker niet op een paar maanden voor de verkiezingen. Waar Open VLD en diens adviseurs dringend werk zou moeten van maken, is dat het basisprincipe van goede communicatie in de praktijk wordt toegepast: zeg wat je doet, en doe wat je zegt. Het eerste deel van dat principe wordt de voorbije dagen en weken in de praktijk omgezet, maar het hoera-geroep steekt in schril contrast af met het gezwalp en het windhaangedrag van de top van de Vlaams-liberale partij.
Opiniepeilingen hebben hun beperkingen. Helaas wordt bij de publicatie van de resultaten geen melding gemaakt van de foutenmarge, die in sommige gevallen tot verrassingen kan leiden. Typisch voor Open VLD en diens voorganger, de VLD, is dat ze het afgelopen jaar wel hebben geschoten op de boodschappers van opiniepeilingsinstrumenten die een veel kleinere foutenmarge hebben dan de normale peilingen. De top van de VLD heeft sinds afgelopen zomer geen goed woord voor de Stemmenkampioen van prof. Frank Thevissen (VUB). De publicatie van de resultaten van de Stemmenkampioen zou geleid hebben tot de afkalving van het resultaat van de VLD. Een uitspraak die op zijn minst raar is. Het is alsof een patiënt een arts zou beschuldigen dat hij hem ziek maakt omdat dat de dokter hem vertelt dat hij koorts heeft. Op de pianist schieten is makkelijk maar... getuigt niet erg van reputatiebewust zijn. Men zou beter moeten luisteren naar de wetenschappelijke diagnoses, veel meer dan de oppervlakkige analyses en de amateuristische reacties op peilingen met een kwaliteitsniveau, waarmee eerstejaarsstudenten sociologie niet zouden slagen.
Maar er is meer... ondertussen is de Stemmenkampioen op zeer merkwaardige manier ten grave gedragen (zie artikel "Barabas of de Stemmenkampioen? Barabas!"
Open VLD moet zich dringend gaan herbronnen, niet alleen inzake het beleid maar vooral met betrekking tot het uitvoeren wat men zegt. De ooit zo geroemde opendebatcultuur en het gebrek aan koers leiden tot de miserie, die de liberale partij nu kent. En het ergste moet nog komen, want als men niet snel het roer omgooit, zakt men nog dieper weg. Een partij die zo graag dweept met allerlei zaken die hun nut en waarde hebben bewezen in het bedrijfsleven, zou nu eindelijk eens werk moeten maken om hun manier van communiceren, die misschien 20-25 jaar geleden efficiënt was, te vervangen door een model dat reputatiebewustzijn in de hand werkt. Maar dat gaat niet door zesjarencontracten voor achterhaalde strategiemodellen zonder enige resultaatsgarantie. Zulke verbintenissen worden zelfs in de privésector zelden aangegaan. In ieder geval zullen de recente peilingsresultaten een aantal mensen het gevoel geven alsof ze bij de keel werden gegrepen. Er wordt immers deze keer door de man in de straat een ecotaks geheven, nl. de electorale bestraffing van communicatietruken die niets meer om het lijf hebben dan die van een wegwerpverpakking.
Dat Open VLD zo diep wegzakt in de verkiezingspeilingen, is geen verrassing voor communicatiedeskundigen die vertrouwd zijn met reputatiemanagement. Meer nog, indien men in de Melsensstraat niet oplet, heeft men het diepste punt nog niet bereikt. Op dit ogenblik is de top van Open VLD bezig met een PR-operatie die evenwel niet veel meer om het lijf heeft dan wat window-dressing. Imagebuilding is niet hetzelfde als een reputatie (opnieuw) opbouwen. Van logomerk en huisstijl kan men van de ene dag op de andere veranderen. Dat is geen punt. Ook in het bedrijfsleven hebben we de voorbije jaren tal van imagocampagnes gezien. Denk maar aan de naamswijzigingen binnen de bank- en verzekeringsector. Maar iedereen weet dat een naams- of logowijziging daarom niet leidt tot een wijziging inzake reputatieniveau. Vergelijk imago met een laagje vernis. Onder die laag vernis zit de echte inhoud, reputatie genaamd. Er zijn voorbeelden legio van organisaties en bedrijven met oubollige of afgrijselijke logo's die toch een goede reputatie genieten en omgekeerd, ondernemingen met gepolijste merken, maar waaronder niets anders dan reputatiemiserie schuilgaat.
In de politiek is dat niet anders. Technisch bekeken, scoren 3 Vlaamse partijen op dit ogenblik vrij goed qua reputatiemanagement: CDenV (abstractie makend van diens coalitiepartner), Vlaams Belang en de Lijst De Decker. Misschien worden sommige van deze partijen goed geadviseerd, misschien is het het resultaat van het volgen van een buikgevoel. Dat laten we even in het midden. De SP.A, Spirit en NVA doen niet veel verkeerd, maar kunnen beter. Wie de voorbije 4 jaar benedenmaats presteerde op reputatievlak, is de VLD. Sommige liberale coryfeeën hebben de afgelopen jaren, net als een paar socialistische jeunes premier,s flinke uitschuivers gemaakt. Het ging ogenschijnlijk om faits divers, maar onderzoek leert dat sommige van die reputatieblunders blijven nazinderen in de geest van de publieke opinie. Daar komt nog bij dat liberale lokale mandatarissen zich in de steek gelaten voelen door hun ideologische medestanders uit de federale regering en de partijvoorzitter. De financiële consequenties van de politiehervorming en het niet nakomen van de gedane beloften inzake de splitsing van het arrondissement BHV, hebben letsels nagelaten, een congres met betrekking tot de rol van de lokale besturen ten spijt. Op het maandagse partijbestuur werden echo's dienaangaande waarschijnlijk met te weinig sérieux behandeld en geëvalueerd. De doelstellingen van de top primeerden, met het kwalijke gevolg voor hun reputatie, zelfs binnen de eigen partij.
Daar kan een goed geöliede verkiezingscampagne georchesteerd door meesterstrateeg Slangen op enkele maanden van de verkiezingen niets meer aan verhelpen. Het kalf is reputatiegewijs verdonken. Ettelijke wetenschappelijke studies tonen aan dat verkiezingscampagnes enkele maanden voor de stembusgang geen of slechts in zeer beperkte mate invloed hebben op de verkiezingsuitslag. Consumenten, burgers, kiezers beoordelen de woorden en daden van ondernemingen, overheden en politici volgens een zeer eenvoudige lakmoestest: "doen ze wel wat ze zeggen?". Indien men in de straat vaststelt dat dit niet het geval is, dan valt een onverbiddelijk verdict en gaat de waarde van een reputatie naar beneden. Karakteristiek aan reputaties is dat het heel lang duurt om ze op te bouwen, maar dat het zeer snel kan gaan om ze kwijt te spelen. Het grootste probleem is evenwel het volgende: van een reputatie heb je er maar één. Spare parts bestaan er niet. Deze vaststelling komt hard aan bij marketeers en spindoctors die geen rekening houden met de reputatiecomponent, want het toont ook onmiddellijk hun grote zwakte. Met een nieuw logo en dito huisstijl redt men het niet. En zeker niet op een paar maanden voor de verkiezingen. Waar Open VLD en diens adviseurs dringend werk zou moeten van maken, is dat het basisprincipe van goede communicatie in de praktijk wordt toegepast: zeg wat je doet, en doe wat je zegt. Het eerste deel van dat principe wordt de voorbije dagen en weken in de praktijk omgezet, maar het hoera-geroep steekt in schril contrast af met het gezwalp en het windhaangedrag van de top van de Vlaams-liberale partij.
Opiniepeilingen hebben hun beperkingen. Helaas wordt bij de publicatie van de resultaten geen melding gemaakt van de foutenmarge, die in sommige gevallen tot verrassingen kan leiden. Typisch voor Open VLD en diens voorganger, de VLD, is dat ze het afgelopen jaar wel hebben geschoten op de boodschappers van opiniepeilingsinstrumenten die een veel kleinere foutenmarge hebben dan de normale peilingen. De top van de VLD heeft sinds afgelopen zomer geen goed woord voor de Stemmenkampioen van prof. Frank Thevissen (VUB). De publicatie van de resultaten van de Stemmenkampioen zou geleid hebben tot de afkalving van het resultaat van de VLD. Een uitspraak die op zijn minst raar is. Het is alsof een patiënt een arts zou beschuldigen dat hij hem ziek maakt omdat dat de dokter hem vertelt dat hij koorts heeft. Op de pianist schieten is makkelijk maar... getuigt niet erg van reputatiebewust zijn. Men zou beter moeten luisteren naar de wetenschappelijke diagnoses, veel meer dan de oppervlakkige analyses en de amateuristische reacties op peilingen met een kwaliteitsniveau, waarmee eerstejaarsstudenten sociologie niet zouden slagen.
Maar er is meer... ondertussen is de Stemmenkampioen op zeer merkwaardige manier ten grave gedragen (zie artikel "Barabas of de Stemmenkampioen? Barabas!"
Open VLD moet zich dringend gaan herbronnen, niet alleen inzake het beleid maar vooral met betrekking tot het uitvoeren wat men zegt. De ooit zo geroemde opendebatcultuur en het gebrek aan koers leiden tot de miserie, die de liberale partij nu kent. En het ergste moet nog komen, want als men niet snel het roer omgooit, zakt men nog dieper weg. Een partij die zo graag dweept met allerlei zaken die hun nut en waarde hebben bewezen in het bedrijfsleven, zou nu eindelijk eens werk moeten maken om hun manier van communiceren, die misschien 20-25 jaar geleden efficiënt was, te vervangen door een model dat reputatiebewustzijn in de hand werkt. Maar dat gaat niet door zesjarencontracten voor achterhaalde strategiemodellen zonder enige resultaatsgarantie. Zulke verbintenissen worden zelfs in de privésector zelden aangegaan. In ieder geval zullen de recente peilingsresultaten een aantal mensen het gevoel geven alsof ze bij de keel werden gegrepen. Er wordt immers deze keer door de man in de straat een ecotaks geheven, nl. de electorale bestraffing van communicatietruken die niets meer om het lijf hebben dan die van een wegwerpverpakking.
Tuesday, 27 February 2007
Tussendoortje: Panneels vs. Slangen
Volgens Yves Panneels heeft onze politiek meer "nood aan politici die weten wanneer ze geen onzin moeten uitkramen". En hij wikte wel zijn woorden... :-)
Onhandige communicatie van Open Vld bewijst eens te meer dat de partijtop niet reputatiebewust is
De Vlaamse liberalen blijven in het reputatie-sukkelstraatje. De soap rond het lijsttrekkerschap in de provincie Antwerpen bewijst eens te meer dat de partijtop niet genoeg reputatiebewust is als men zelf beweert. Men laat immers opnieuw na om op een serieuze manier ante factum na te gaan op welke manier bepaalde beslissingen zullen onthaald worden door de publieke opinie. In plaats van zich, enkele maanden voor de federale verkiezingen, zich "bezig te houden" met de nieuwe Open Vld look & feel, zouden de Vlaamse liberalen het roer eindelijk stevig in handen moeten nemen.
Andere partijen passen de reputatieprincipes op consistente wijze toe. Afgezien van de inhoud van de boodschappen, moet worden vastgesteld dat De Decker, Vlaams Belang en vooral CD&V zich op reputatietechnisch gebied positief laten opvallen. Deze laatsten zijn zich bijzonder bewust van het stakeholderveld dat hen omringt en richten hun boodschappen doelgericht op bepaalde groepen in dat veld.
Bij Open Vld is dat niet zo. De partijtop draait rond als een windhaan. Van consistentie is, niettegenstaande de recente mooie woorden inzake communicatie en het sluiten van de gelederen, niet veel sprake. Opendebatcultuur noemt men dat. In gewone mensentaal is dat eerder een teken van onbetrouwbaarheid en zelf niet goed weten wat men wil.
Wanneer dringt het besef door dat hierdoor de organisatie zeer grote schade wordt toegebracht? Op het moment dat men electoraal zo diep zakt dat het enkel nog beter kan worden?
Als bedenker van de opendebatcultuur zou collega Slangen zich in minder bochten moeten draaien om een uitleg te verzinnen over het hoe en het waarom van de recente beslissingen van de Open Vld-top. In oktober 2006 werd hij lid van de VLD-top en tekende de liberale partij met hem een contract met een looptijd van zes(!) jaar om in te staan voor het strategisch management van de partij. Noël Slangen laat zich dus als strateeg in met de organisatie en de inhoudelijke standpunten van de VLD in, in samenwerking met voorzitter Bart Somers. Hij begeleidt de nodige structurele hervormingen binnen de partij met als doel de VLD terug in een leidende positie te brengen.
En toch verklaarde hij gisteren dat hij niet verantwoordelijk is voor het communicatiebeleid van de partij. Hij omschreef het als 'onhandige communicatie'. Van een strateeg zou toch kunnen verwacht worden dat hij meer invloed kan uitoefenen op zo een belangrijk element in de reputatievorming.
Begin december las ik nog op LVB.net : "Vorige week vroeg ik mij af of de VLD van naam zou veranderen (...) Allemaal loze speculaties en geruchten, zo blijkt nu. Noël Slangen, strategisch manager van de VLD, meldt mij zonet in een email: Ik kan u formeel bevestigen dat dit jaar de naam zekér niet wijzigt, en dat dit voor volgend jaar niet gepland is, maar daarom niet uitgesloten wordt." Erg geloofwaardig komt dit niet over.
Hopelijk heeft voorzitter Bart Somers voor zo een langlopend contract met collega Slangen een resultaatsgarantie kunnen bedingen. De taak kan niet zo moeilijk zijn. Indien men de principes van reputatiemanagement rigoureus toepast, heeft men een kans om op middellange termijn het tij te doen keren. Ik vrees dat dit voor de federale verkiezingen niet meer mogelijk is. Daarin verschil ik dus fundamenteel van mening met de spindoctors en de marketingprofeten die rond de partijtop cirkelen.
Misschien moet ik Bart eens het boek van Cees Van Riel en Charles Fombrun toesturen...
Andere partijen passen de reputatieprincipes op consistente wijze toe. Afgezien van de inhoud van de boodschappen, moet worden vastgesteld dat De Decker, Vlaams Belang en vooral CD&V zich op reputatietechnisch gebied positief laten opvallen. Deze laatsten zijn zich bijzonder bewust van het stakeholderveld dat hen omringt en richten hun boodschappen doelgericht op bepaalde groepen in dat veld.
Bij Open Vld is dat niet zo. De partijtop draait rond als een windhaan. Van consistentie is, niettegenstaande de recente mooie woorden inzake communicatie en het sluiten van de gelederen, niet veel sprake. Opendebatcultuur noemt men dat. In gewone mensentaal is dat eerder een teken van onbetrouwbaarheid en zelf niet goed weten wat men wil.
Wanneer dringt het besef door dat hierdoor de organisatie zeer grote schade wordt toegebracht? Op het moment dat men electoraal zo diep zakt dat het enkel nog beter kan worden?
Als bedenker van de opendebatcultuur zou collega Slangen zich in minder bochten moeten draaien om een uitleg te verzinnen over het hoe en het waarom van de recente beslissingen van de Open Vld-top. In oktober 2006 werd hij lid van de VLD-top en tekende de liberale partij met hem een contract met een looptijd van zes(!) jaar om in te staan voor het strategisch management van de partij. Noël Slangen laat zich dus als strateeg in met de organisatie en de inhoudelijke standpunten van de VLD in, in samenwerking met voorzitter Bart Somers. Hij begeleidt de nodige structurele hervormingen binnen de partij met als doel de VLD terug in een leidende positie te brengen.
En toch verklaarde hij gisteren dat hij niet verantwoordelijk is voor het communicatiebeleid van de partij. Hij omschreef het als 'onhandige communicatie'. Van een strateeg zou toch kunnen verwacht worden dat hij meer invloed kan uitoefenen op zo een belangrijk element in de reputatievorming.
Begin december las ik nog op LVB.net : "Vorige week vroeg ik mij af of de VLD van naam zou veranderen (...) Allemaal loze speculaties en geruchten, zo blijkt nu. Noël Slangen, strategisch manager van de VLD, meldt mij zonet in een email: Ik kan u formeel bevestigen dat dit jaar de naam zekér niet wijzigt, en dat dit voor volgend jaar niet gepland is, maar daarom niet uitgesloten wordt." Erg geloofwaardig komt dit niet over.
Hopelijk heeft voorzitter Bart Somers voor zo een langlopend contract met collega Slangen een resultaatsgarantie kunnen bedingen. De taak kan niet zo moeilijk zijn. Indien men de principes van reputatiemanagement rigoureus toepast, heeft men een kans om op middellange termijn het tij te doen keren. Ik vrees dat dit voor de federale verkiezingen niet meer mogelijk is. Daarin verschil ik dus fundamenteel van mening met de spindoctors en de marketingprofeten die rond de partijtop cirkelen.
Misschien moet ik Bart eens het boek van Cees Van Riel en Charles Fombrun toesturen...
Labels:
elections,
Noel Slangen,
Open Vld,
politics,
reputation loss
Subscribe to:
Posts (Atom)